Maandelijks archief: mei 2015

Successupporters

Dit was geen middagdutje. Dit was een winterslaap. En een forse ook. Maar we zijn weer wakker! Sterker nog, de successupporters van De Graafschap zijn hardhandig uit hun slaap gerukt. Na drie jaar van misère op en om het veld is er licht aan het einde van de tunnel. In rijen staan ze deze dagen voor de kassa van de Vijverberg. Donderdagavond en zondagmiddag gaan de Superboeren er tegen FC Volendam alles aan doen om na drie jaar afwezigheid terug te keren in de eredivisie. En dat ook nog eens met een jonge groep spelers waarvan er veel zelfs regionale roots hebben.

In de tijd van Eric Viscaal, Jan Vreman en Ron Olyslager klotste het blauw-witte bloed door de aderen van menig Achterhoeker. Het was de tijd dat je op de Vijverberg nog door het hekwerk heen stond te kijken. De tijd zonder stoeltjes achter de doelen. Eind jaren negentig was De Graafschap een vaste waarde in de eredivisie. Meestal in het rechterrijtje. Dat wel. Maar de achtste plek in het seizoen 1996/1997 was een mooi hoogtepunt. Op vakantie was je er trots op te kunnen vertellen dat je vlakbij Doetinchem woonde. Inderdaad, De Graafschap! De Superboeren waren overal een begrip.

De Graafschap trok mensen aan. In 1998 was het vernieuwde stadion klaar. In 2003 volgde na acht jaar op het hoogste niveau de degradatie. De successupporters zakten even wat weg, maar via de nacompetitie was de ploeg een jaar later alweer terug in de eredivisie. Daarna volgde echter weer degradatie. Dat heen en weer ging een tijdje door. Omdat dit gepaard ging met twee keer een kampioenschap in de eerste divisie bleef de successupporter echter nauw betrokken bij wat er op de Vijverberg gebeurde. Totdat De Graafschap in het seizoen 2011/2012 opnieuw degradeerde.

Op een bepaald moment zijn we in slaap gevallen. Waar de Vijverberg plaats biedt aan meer dan twaalfduizend mensen zat het stadion de laatste jaren geregeld minder dan halfvol. Het blauw-witte bloed dat zich ooit als een kolkende rivier door de Achterhoekse lijven voortbewoog, was een kabbelend beekje geworden. De uitslagen kreeg je als in slaap gevallen successupporter steeds vaker via via mee. Niet zelden was de toon dan negatief. Weer punten verspeeld. En de spelers, die kende je nog amper. Je hoopte maar dat De Graafschap tijdens je vakantie niet ter sprake kwam.

Ondanks alles blijven er in het lichaam van een successupporter van De Graafschap toch altijd blauw-witte cellen bestaan. Ergens blijft er altijd de herinnering aan de gloriemomenten in het stadion. Aan de kampioenschappen. Aan de doelpunten van Eric Viscaal. Aan Hazem Mohamed Emam. Aan de goal van Ted van de Pavert tegen Ajax. En als er gewonnen wordt, dan weten die blauw-witte cellen zich razendsnel te vermenigvuldigen. Die roepen: Naar de kassa! Kaartjes kopen! Want de gladiatoren mogen nu dan wel Vermeij, Kaak, Jurjus en Straalman heten, zij zijn De Graafschap! En zij gaan als de brandweer!

De afgelopen weken hebben deze jongens de weg omhoog ingezet. Over twee wedstrijden wisten de elf van Jan Vreman Almere City aan de kant te zetten. Vervolgens stak De Graafschap een stokje voor een langer verblijf van Go Ahead Eagles in de eredivisie. En zondagmiddag tegen half drie weten we waar het schip strandt. Massaal hopen we op de hoogste klasse van het Nederlandse voetbal. Want wedstrijden tegen MVV, Telstar en Helmond Sport, dat zijn uitstekende ingrediënten voor een nieuwe winterslaap. En dat willen we niet meer. Een middagdutje is meer dan genoeg. Zelfs voor een successupporter.

Champions League

De vrouw achter het marktkraampje was in slaap gevallen. Dat was niet zo vreemd. Het was nacht. Het liep zelfs al tegen vijf uur. De morgen stond alweer op het punt om te gaan aanbreken. Maar op dit moment was het nog donker en verlaten, hier in deze lange straat in Singaraja, een stad in het noorden van het Indonesische eiland Bali. Samen met een vriend stond ik hier, bij dit marktkraampje, voor een flesje water. Zojuist was de halve finale van de Champions League van 2010 afgelopen. Bayern München versloeg Olympique Lyon. En die wedstrijd keken wij net als veel andere mensen in deze stad op een groot scherm in een park.

De afgelopen dagen was de Champions League van 2015 toe aan de halve finales. Vaak denk ik dan weer terug aan die nachtelijke wedstrijd in dat park in Singaraja. Hier in Nederland is de aftrap om kwart voor negen in de avond, het tijdstip dat het grootste deel van Europa is uitgewerkt, uitgegeten en uitgedoucht. Als zelfs het journaal van acht uur achter de rug is, zijn wij Europeanen klaar om de laatste uren voor het slapengaan te vullen met voetbal van het hoogste niveau. En als het dan een keer op verlenging en penalty’s aankomt, dan liggen we nog voor middernacht in bed.

Op veel plekken in de wereld is dat anders. In Australië krijgen ze Messi en Ronaldo bij het ontbijt. In de Verenigde Staten juist midden op de middag. En veel Aziaten moeten er hun slaap voor onderbreken. In Singaraja begint een wedstrijd in de Champions League niet om kwart voor negen ’s avonds maar om kwart voor drie ’s nachts! En denk niet dat het Europese topvoetbal de mensen in een land als Indonesië niets interesseert. Ook voor hen zijn de voetballers van clubs als Barcelona, Real Madrid, Bayern München en Manchester United de beste spelers ter wereld.

Toegegeven, na gisteravond moet hier eigenlijk Juventus worden genoemd. En niet Manchester United of om het even welke andere Engelse club. Maar in Singaraja vierden in 2010 de Engelse clubs hoogtij, ook al strandden Manchester United en Arsenal dat jaar in de kwartfinales en moest Chelsea het toernooi al in de achtste finales verlaten. In het voetbalplaza van Singaraja, een overdekt terrein met drie prachtige kunstgrasveldjes, liepen de meeste jongetjes in het rood van Manchester en in het blauw van Chelsea. De bekendste speler? Een Nederlander: Robin van Persie.

De Indonesische voetballertjes zijn klein. En technisch begaafd. Maar echte topvoetballers kent het land niet. Het nationale elftal bezet op de wereldranglijst plek 195. De bondscoach is Pieter Huistra, voormalig trainer van FC Groningen en De Graafschap. En ook sommige spelers hebben Nederlandse roots. Zoals Sergio van Dijk, die in Nederland nooit verder kwam dan Helmond Sport en FC Emmen. Nee, voor echt topvoetbal moeten de mensen in een land als Indonesië buiten de landsgrenzen kijken. Dat doen ze dan ook. De kinderen daar hebben dezelfde voetbalhelden als de kinderen hier in Nederland.

Voetbal is een wereldsport. Overal ter wereld hebben mensen gister de doelpunten van Cristiano Ronaldo en Morata gezien. En de finale tussen Barcelona en Juventus op 6 juni zal ook tot ver buiten Europa worden bekeken. In Australië. In Amerika. En ook in het park in Singaraja. Voetbal van het allerhoogste niveau biedt wereldwijd amusement. En voetbal is een bron van inspiratie. Overal ter wereld. Zelfs in een land waar de mensen 24 uur per dag bij hun kraampje blijven in de hoop iets te verkopen. Al is het maar een flesje water.

Witte truitjes met zwarte streepjes

Ergens ter wereld moet een ontwerper van vrouwenkleding zijn geweest die zijn kop koffie op het bureau zette en sprak: we gaan voor wit met zwarte streepjes. Die beste man is geniaal.

Inmiddels zie je deze kleuren overal. In de kroeg. In de stad. Op school. Op het werk. En op de foto’s op de sociale media. Het wit met zwarte streepjes is bezig dit land te veroveren.

Truitjes zijn er al in overvloed. Jurkjes en rokjes beginnen te komen. En het is een kwestie van tijd voordat ook tassen, telefoonhoesjes en auto’s zich in wit met zwart gestreept gaan hullen.

Wit met zwarte streepjes, die combinatie is in staat om van vrijwel elke vrouw een topmodel te maken. Dat is een kwaliteit die normaal alleen een zonnebril in zich heeft. En misschien felrode lippenstift.

Net als de meeste geniale uitvindingen blinkt ook dit bedenksel uit in zijn eenvoud. Maar kom er maar eens op. Bedenk het maar eens in een modewereld waarin geregeld de meest ingewikkelde creaties de revue passeren.

Het is zoals de bakker ooit de soes bedacht. Gewoon deeg met slagroom. Niets meer. En niets minder. Maar wel heel erg lekker! En daar gaat het om. Doe gewoon normaal, dan doe je al gek genoeg.

Als je dit leest, dan ga je er vandaag minstens zeven zien, vrouwen in witte truitjes met zwarte streepjes. Dat is het effect dat optreedt als je gele auto’s gaat zoeken op de snelweg. Dan rijdt die er ineens vol mee.

Maar dit stopt niet. Deze hele zomer wordt wit met zwarte streepjes. En smaken verschillen. Natuurlijk. Maar hier is een mannelijke vreugdedans toch wel op zijn plaats. Witte truitjes met zwarte streepjes zijn universeel mooi.

En dat allemaal dankzij die man, daar op dat kantoor. Deze ontwerper van vrouwenkleding, die op dit lumineuze idee kwam terwijl hij zijn koffie dronk. Ongetwijfeld gewoon zwart. Met een klein streepje melk.