Maandelijks archief: juli 2013

Zwarte Cross

Al ruim 23 jaar lang woon ik in de Achterhoek. Nooit was ik er geweest. Ik begon me te voelen als een Amsterdammer die nog nooit bij Ajax was geweest. Als een Fransman die nog nooit bij de Tour langs de kant had gestaan. Als een Brabander die Guus Meeuwis nog nooit had zien spelen. Daarom ging de knoop door. Dit jaar wilde ik er bij zijn. In 2011 zou ik mijn debuut meemaken. Zo kon het gebeuren dat ik deze zondag doorbracht op de Zwarte Cross.

De Zwarte Cross begint voor mij met een klein maar fijn informatieboekje. Op de middelste pagina’s vind ik een plattegrond. Geen overbodige luxe op een festival dat qua oppervlakte in de buurt komt van mijn eigen dorp. Verder staat het boekje vol met veel zinnige en vooral onzinnige (Tip voor de heren: doe eens drie condooms om. Dan blijft de middelste schoon!) informatie. Op de achterkant tref ik een stelling aan die eigenlijk alles wat ik vandaag ga zien perfect samenvat en verklaart. ‘Op de Zwarte Cross laten duizenden gelijkgestemden uit alle windstreken de zorgen van heden en morgen achter zich.’

Nadat ik niet alleen crossmotoren maar ook voertuigen die heel in de verte nog op een crossmotor lijken en daarnaast complete woonwagens, brandweerauto’s en praalwagens over het circuit heb zien komen, besluit ik om het crossterrein te verlaten. Met mijn plattegrondje in de hand baan ik me een weg naar het hoofdpodium. Over het feit dat je overal op het immense terrein verschrikkelijk veel mensen tegenkomt, verbaas ik me al niet meer. Ik passeer een man met twee volle trays bier in zijn handen. Hij zoekt zijn vrienden. Zijn shirt vertelt me dat hij nog niet naar huis gaat.

Rowwen Heze speelt op het hoofdpodium. Geen toeval. Mijn klein maar fijne boekje leerde mij zojuist dat het optreden van de Limburgse band om half vier zou beginnen. Ik neem plaats in de buurt van het podium. Naast mij staat een groep jongens voor wie het zonder enige twijfel wel puur toeval is dat ze hier op dit moment terecht zijn gekomen. Hun broeken zien eruit alsof ze zojuist uit de klei zijn getrokken. Hun shirts – voor zover ze die nog aan hebben – tonen teksten als ‘harder’ en ‘ik mag niet rijden want ik moet nog drinken’.

Drinken is reeds in grote mate gebeurd. Inmiddels is er voor de jongens een nieuw hoofdstuk aangebroken. Radio 3FM zendt uit vanaf het hoofdpodium en meldt dat er plastic bekertjes met inhoud in het rond vliegen. Niemand die er moeilijk over doet. Als Rowwen Heze hun nummer Auto, Vliegtuug instart, grijpen de jongens het moment aan om languit in de modder te gaan liggen. Even later heeft zich in de menigte een cirkel gevormd. Deze cirkel is de arena van de groep van zo’n tien jongens waarin alles geoorloofd is. Een blond meisje dat nietsvermoedend de cirkel doorkruist, weet niet wat haar overkomt. Ze lacht erom.

Als de klanken van Limburg het podium hebben verlaten en het bier besteld is, vervolg ik mijn ontdekkingsreis. De bizar hoge kermisattracties laat ik links liggen. Na een heerlijk ‘broodje Jos’ kom ik terecht bij het hoefijzerspel. Kinderen vinden hier groot vermaak door te proberen om een hoefijzer om een paal te gooien. Toekijkende feestvierders van hogere leeftijd maken er een sport van om te ontdekken wat het meisje dat de hoefijzers opraapt onder haar rokje aan heeft. De speaker van het hoefijzerspel geeft de mannen groot gelijk. Een zwartleren string, zo luidt de conclusie.

Gelijkgestemden uit alle windstreken die de zorgen van heden en morgen achter zich laten. Mijn debuut heeft me geleerd dat er mensen zijn die na de Zwarte Cross in een zwart gat vallen. Zij zijn niet zomaar bezoekers. Zij leven voor dit festival. Zij zijn de Zwarte Cross. Zij vieren feest met veel bier, hier en daar flink lomp maar vooral met heel veel gezelligheid. 70000 gelijkgestemden die een enorm feest vieren zonder dat er één politieagent in de buurt is. Dat kan toch alleen in de Achterhoek? Ik val morgen niet in een zwart gat. Maar ik vond het prachtig dat ik er een zondagmiddag bij mocht zijn!

Dit verhaal verscheen eerder op Hyves op 17 juli 2011.

Aan-de-kant-klant

Het leukste klusje van de week. Albert Heijn. Zaterdagmiddag. Iets na 5 uur. Schrobben. In het laatste uurtje van de week verandert de winkelvloer in een strijdveld. Het is nu aan mij en mijn grote vriend, de schrobmachine. Elke klant is vanaf nu een hindernis.

Het winkelend publiek is te verdelen in drie groepen. In groep 1 zit de ik-ga-snel-aan-de-kant-klant. Een vrij kleine groep die vooral bestaat uit kinderen van onder de tien jaar. Groep 2 huisvest de ik-pak-eerst-mijn-product-en-ga-dan-aan-de-kant-klant. Een grote groep waarin mensen van alle leeftijden en uit alle lagen van de samenleving samenkomen. Tot slot is er groep 3. Hierin zit de klant-is-koning-dus-ik-ga-niet-aan-de-kant-klant. Een steeds groter wordende groep.

Ik verlaat het magazijn en het strijdveld opent zich voor mij. Als de eerste vieze vlekken op de vloer naderen en de borstel van mijn schrobmachine al begint te watertanden, tref ik een besluiteloze ik-pak-eerst-mijn-product-en-ga-dan-aan-de-kant-klant. Het is pas het begin van mijn ronde dus ik besluit rustig te blijven en zet mijn grote vriend totdat ik verder kan op de langzaamste stand. Ik passeer een ik-ga-snel-aan-de-kant-klant die meer oog heeft voor het Super Dierenboek dan voor mij en mijn blinkende gezelschap en zo ziet het eerste pad er alweer strak glimmend uit.

Als ook het tweede en derde pad glimmend achter mij liggen en het rondje op een enkele ik-pak-eerst-mijn-product-en-ga-dan-aan-de-kant-klant vrij soepel verloopt, kom ik aan in het vierde pad. Een lastige hindernis vol met kratten bier. Van afstand zie ik het obstakel al in zicht komen. Een duidelijk geval van een klant-is-koning-dus-ik-ga-niet-aan-de-kant-klant. Ik bereid me voor op een eerste zware periode in de wedstrijd van vandaag.

Even lijkt het erop dat ik toch vrij baan krijg. In het kinderzitje van de winkelwagen zit een ik-ga-snel-aan-de-kant-klant die momenteel niet in staat is om ook daadwerkelijk snel aan de kant te gaan. ‘Er wil een meneer langs,’ meldt de ik-ga-snel-aan-de-kant-klant in het kinderzitje. De klant-is-koning-dus-ik-ga-niet-aan-de-kant-klant houdt echter voet bij stuk. ‘Dan wacht die meneer maar even.’

Als de vloer bij de bierkratten harder glimt dan ooit tevoren en de klant-is-koning-dus-ik-ga-niet-aan-de-kant-klant een ander pad heeft opgezocht, kan ik eindelijk mijn weg vervolgen. Mijn geduld is inmiddels gezakt tot het nulpunt. Het gevolg is dat mijn snelheid toeneemt waardoor een gemiddelde klant-is-koning-dus-ik-ga-niet-aan-de-kant-klant spontaan verandert in een ik-pak-eerst-mijn-product-en-ga-dan-aan-de-kant-klant.

Als bijna de hele winkelvloer blinkt, zet ik koers richting het magazijn. Langs de groente, via de kip, een ik-pak-eerst-mijn-product-en-ga-dan-aan-de-kant-klant passerend, nader ik de kaasafdeling waarmee mijn einddoel in zicht komt. Wat verderop hoor ik de ik-ga-snel-aan-de-kant-klant in het kinderzitje nog altijd discussiëren met de klant-is-koning-dus-ik-ga-niet-aan-de-kant-klant die het karretje duwt. Die geeft nog altijd niet toe. Gelukkig maar. Zonder hindernissen is de lol er ook snel af.

Dit verhaal verscheen eerder op Hyves op 11 juli 2011.

Ajax Amsterdam

Toen ik vanochtend wakker werd ontdekte ik op de binnenkant van mijn slaapkamerdeur een sticker.. Niet omdat die sticker er door een nachtelijke indringer was opgeplakt.. Nee, hij zit er al veel langer.. Zonder te overdrijven durf ik te stellen dat het logo van Ajax al zo’n vijftien jaar aan mijn slaapkamerdeur kleeft.. Vanochtend viel ineens mijn oog erop.. Ajax Amsterdam.. Dat waren nog eens tijden..

Ik hoor u denken.. Ajax bestaat nog steeds toch? Dat wel.. Maar de glorietijden van weleer, die zijn verdwenen.. Midden jaren ’90 is er geen jongetje op het schoolplein die het in zijn hoofd haalt om niet voor Ajax te zijn.. Wenkbrauwen worden gefronst bij de vraag waarom niet Feyenoord de favoriet is.. En PSV? Hebben ze daar in Eindhoven ook een voetbalclub dan? Hoe dan ook, Ajax wordt kampioen.. En de Europacup 1, die winnen ze ook..

De laatste twaalf jaar wordt Ajax echter maar twee keer kampioen.. De laatste zes jaar helemaal niet.. Prestaties in Europa blijven uit.. Op schoolpleinen is de twijfel toegeslagen.. Eerst vier jaar lang PSV.. Konden ze ineens toch voetballen in Eindhoven.. Dan Louis van Gaal met zijn AZ en vorig seizoen FC Twente.. Het voetbalplaatje van Ruiz is een grote concurrent geworden voor Ajax-held Suarez.. Concurrentie.. Patrick Kluivert wist niet eens wat het woord betekende..

Nog één keer is er zo’n ouderwets momentje.. 26 februari 2009.. Ajax – Fiorentina.. Ergens ver in de tweede helft schiet Leonardo de Amsterdammers naar de laatste zestien in de UEFA Cup.. Een kolkende Arena.. Kippenvel op vele duizenden armen.. Even, heel even is het oude Ajax-gevoel weer terug.. Dat gevoel dat al die kinderen op het schoolplein midden jaren ’90 hadden.. Ajax, groot in Europa, onverslaanbaar in eigen land..

Het was geen toeval dat juist vanochtend mijn oog op die sticker viel.. Vandaag is er een nieuwe kans.. Een deur die voor Ajax al vijf jaar lang gesloten bleef kan vanavond opnieuw geopend worden.. De deur naar het meest prestigieuze toernooi voor clubteams, de toegang tot de Champions League.. In Amsterdam, tegen Kiev.. Ik heb vriendelijk gelachen naar de sticker op mijn deur.. Morgen zal ik langs het schoolplein fietsen en weten of het genoeg was..

Dit verhaal verscheen eerder op Hyves op 25 augustus 2010.

Wat te doen als wereldkampioen?

Stel, onze oranje jongens winnen zondag de WK-finale van Duitsland of Spanje.. Nederland pakt dan voor het eerst in de historie de wereldbeker.. Wat moeten we dan doen? Dat weet toch niemand? Dit is nieuw.. Dit heeft geen Nederlander ooit eerder meegemaakt..

We kunnen natuurlijk gaan feesten zoals we deden na de kwartfinale-winst op de Brazilianen.. We kunnen het feestje van gister, na de winst op Uruguay, nog eens dunnetjes overdoen.. Maar dat was de halve finale.. Die horde namen we al eerder, in ’74 en ’78.. Die laatste horde, die namen we nog nooit..

We kunnen onze jongens op een boot door de Amsterdamse grachten laten gaan.. Dat deden we ook toen in 1988 de Europese titel werd behaald.. De beste van Europa waren we.. Als we zondag winnen zijn we de beste van de wereld.. De beste van de wereld!

Het eerste WK dat ik zeer bewust meemaakte was dat van 1998 in Frankrijk.. Tien jaar oud was ik.. Het was een goed toernooi voor Nederland.. Het oranje schip strandde in de halve finale waarin Brazilië na strafschoppen te sterk was.. We verloren, maar dat we daar stonden was een gigantische prestatie.. Die finale was onhaalbaar, laat staan het kampioenschap.. Dat was voor gastland Frankrijk.. Hoe gaaf moest het wel niet zijn om een Fransman te zijn?

Het WK in Japan en Zuid – Korea, in 2002, eindigde voor Nederland nog voordat het daadwerkelijk begon.. Op een druilerige zaterdagmiddag in Dublin verloor het met 1-0 van Ierland.. Robbie Keane en consorten gingen naar het WK.. Jaap Stam, Philip Cocu en Patrick Kluivert.. Ze bleven allemaal thuis.. Het Nederlandse volk besloot uit bittere armoe supporter te worden van Daehan-Min-Gook oftewel Zuid-Korea, dat onder leiding van ‘onze’ Guus Hiddink ineens kon voetballen en het tot de halve finale schopte.. De Brazilianen werden wereldkampioen.. Het moest toch wel geweldig zijn om een Braziliaan te zijn..

Het WK van 2006 in Duitsland was er één met een hele wrange nasmaak.. De poulefase ging prima maar toen volgde de meest verschrikkelijke voetbalwedstrijd die ik me kan herinneren.. Zo eindigde ons toernooi al in de achtste finale tegen een stelletje Portugese schoppers en was er geen moment sprake van euforische toestanden.. De Italianen werden wereldkampioen in de wedstrijd die de boeken in ging dankzij de kopstoot van Zidane.. Toch moest het nu wel heel tof zijn om een Italiaan te zijn..

Het WK van 2010 is nu al historisch.. Voor het eerst in 32 jaar staat ons kleine landje weer in de finale van het grootste en belangrijkste voetbaltoernooi ter wereld.. Zondagavond, half 9, Soccer City, Johannesburg.. Hoe geweldig zal het zondagavond zijn om een Nederlander te zijn? We worden wereldkampioen! Weet je al wat jij gaat doen?

Dit verhaal verscheen eerder op Hyves op 7 juli 2010.

Onderonsje tussen de Vuvuzela en de Jabulani

Vuvuzela: Hee Jabulani! Ik heb jou eerder gezien! Wie ben jij ook alweer precies?

Jabulani: Hee Vuvuzela! Ik ben die voetbal waarmee ze spelen op het WK in Zuid Afrika! Jij komt me ook wel bekend voor trouwens..

Vuvuzela: Dat kan kloppen.. Ik ben één van die vele toeters.. Samen met al mijn collega’s zet ik heel Zuid Afrika deze weken op stelten.. En niet alleen hier, zelfs in Nederland schijnen al vrienden van mij te zijn gesignaleerd!

Jabulani: Zozo.. Ik denk dat wij samen ongeveer de meest besproken zaken op dit WK zijn.. Wat wil je ook.. Het niveau van het voetbal is tot op heden nog niet om over naar huis te schrijven..

Vuvuzela: Inderdaad.. De kritiek op mij en mijn vrienden is al bijna net zo luid als mijn eigen geluid.. En ik kan me een kabaal maken! Zelfs de trainer van het Nederlands elftal, die meneer Bert, wordt helemaal gek van mij..

Jabulani: Nou, ik ben ook niet bepaald geliefd.. Hier en daar word ik zelfs uitgescholden voor ‘strandbal’.. Om nog maar te zwijgen over die keeper van Engeland.. Die heeft helemaal geen goed woordje meer voor me over..

Vuvuzela: Ik moet zeggen dat je af en toe ook flink zwabbert hoor Jabulani.. Daarbij vlieg je als geen ander.. Vanmiddag zag ik in het stadion dat een speler van Kameroen je van heel ver vol op de lat schoot.. Hij was één van de eerste dit toernooi.. Voor de rest vlieg je hoog over!

Jabulani: Begin jij nou ook al!? Net of jij je zo perfect gedraagt.. Je tettert dwars door de volksliederen heen.. Mijn naam, Jabulani, betekent ‘feestelijk vieren’.. Ik zou er zo graag een feest van maken, maar met die herrie van jullie toeters.. De Nederlandse televisie heeft jullie zelfs zachter gezet, zo erg is het!

Vuvuzela: Ok, Ok, misschien moeten we het iets rustiger aan gaan doen.. Al mijn vrienden die langer dan een meter zijn worden al geweigerd in de stadions, maar wij horen wel bij het voetbal in Zuid Afrika.. Gelukkig houd ik nog genoeg vrienden over.. We zullen het eind van het WK wel halen..

Jabulani: Het eind van het WK haal ik hoe dan ook.. Misschien speel ik wel de beslissende rol in de finale.. Over die finale gesproken, je hebt nu een paar ploegen aan het werk gezien, wie denk je dat er kans maken?

Vuvuzela: Nou, de Duitsers waren heel sterk.. Engeland en de VS deelden de punten.. De Nederlanders wonnen een matige pot.. De Brazilianen en de Spanjaarden gaan nog spelen.. We gaan het zien..

Jabulani:Vergeet de Argentijnen niet! Portugal speelt ook nog, net als Ivoorkust.. En wat dacht je van Zuid Korea? Wat een mooi WK is het toch..

Vuvuzela: Ja, dat is het zeker.. Als je het zo stelt denk ik dat wij onze hoofdrol nog wel gaan kwijt raken.. Dat moet ook.. Uiteindelijk moet het over het voetbal gaan.. Voorlopig toeter ik nog fijn even verder!

Jabulani: Dat heb je goed gezien Vuvuzela.. Toeter maar fijn verder maar houd je dan toch stil tijdens die volksliederen, dan zal ik wat minder zwabberen en vliegen! Wij spreken elkaar!

Dit verhaal verscheen eerder op Hyves op 14 juni 2010.

One, two, three, four, five

Eén, twee, drie, vier, vijf.. Welkom op Gili Trawangan, de grootste van de drie Gili Islands.. Welkom in wederom een totaal andere wereld.. Eentje met echt witte stranden en een strak blauwe zee.. Welkom in een wereld die je in een half uurtje helemaal rondfietst, waar de rest van het vervoer met paard en wagen gaat.. Een plek op aarde met een microklimaat.. De Gili Islands zijn een zonovergoten wereld.. Een wereld waarin je met een koude Bintang in je hand, ver weg van het westen, zo westers eet als je zelf wilt.. Wat een wereld..

Het was vier uurtjes met de boot vanaf Bali.. Vier prachtige uurtjes die het begin inluidden van een echte vakantie.. Zo eentje die je kan houden op populaire Europese bestemmingen als Salou en Chersonissos.. Een vakantie met zon, zee, strand en uitgaan.. Zo eentje waar je alle talen hoort.. Veel Engels, hier en daar wat Nederlands en al het vrouwelijk schoon dat te bruin en te blond is praat Zweeds.. Waar wij in het noorden van Bali een bezienswaardigheid waren zijn toeristen hier al lang geen uitzondering meer..

Waar de toeristen zich uitleven aan de kust begint een paar meter verderop de derde wereld.. Het contrast is gigantisch.. Wie de hoofdstraat met de luxe resorts en de vele zwembaden verlaat en een klein steegje in duikt komt tussen de krotjes van de lokale bevolking terecht.. Hier is niks, helemaal niks.. Elektriciteit? Geen idee.. Of ze daar stromend water hebben? Ik heb geen idee.. Niemand hier weet het.. Het gros van de toeristen ziet het niet of wil het niet zien..

De toeristen komen hier om te bakken in de zon, te feesten tot diep in de nacht en te genieten van al het moois van de zee.. De duikscholen reizen hier als paddestoelen uit de grond.. Over paddestoelen gesproken.. Die kun je hier krijgen.. Zoveel als je wilt.. Op elke hoek van de straat krijg je mushrooms en mariujana aangeboden.. Niet alleen drugs trouwens.. Ook shirtjes, films, zonnebrillen en ga zo maar door.. Tot vervelends toe slaan we alle straatverkopers af..

Toch hoor je mij niet klagen.. Het is iedere dag boven de 35 graden, onze bungalow is prachtig en het (westerse) eten is heerlijk.. Over een paar dagen vertrekken we weer richting Bali.. Na weer zo’n schitterende bootreis gaan we op de scooters nog een laatste keer terug naar die andere wereld, naar Singaraja, beschreven in mijn vorige blog.. Daar wil ik graag nog dolfijnen kijken voordat we naar het zuiden vertrekken voor een laatste dagje strand in Sanur, een aangename eerste tussenstop op onze lange terugreis naar Nederland.. Zo komt een groot avontuur langzaam ten einde..

Dit verhaal verscheen eerder op Hyves op 2 mei 2010.

Satu, dua, tiga, empat, lima

Eén, twee, drie, vier, vijf.. Welkom op Bali.. Welkom in een totaal andere wereld.. Eentje met een onbegrijpelijk taaltje en een machtige natuur.. Een wereld waar je niets bent zonder scooter.. Waar je op die scooter ook nog links moet rijden.. Een plek waar je in Europa verdiende geld in één klap veel meer waard is.. Een wereld waarin ‘hoe blanker, hoe mooier’ geldt en waar een Champions League wedstrijd om kwart voor drie ’s nachts begint.. Live uitgezonden, dat wel.. En ze eten hier rijst.. Veel rijst.. Ook is het best wel warm.. Best wel.. Wat een wereld..

Het was letterlijk en figuurlijk een wereldreis maar we zijn in deze wereld terecht gekomen.. We zitten in Singaraja, in het noorden van Bali.. Hier is het aantal toeristen niet groot.. Die zitten in het zuiden.. Dit hier is het échte Bali.. Het Bali van de mensen hier.. Wij westerlingen zijn hier een bezienswaardigheid.. Iedereen groet ons en lacht vriendelijk.. Omgekeerd kijken wij onze ogen uit naar het leven hier.. We vallen van de ene verbazing in de andere.. Ja, die vrouw die ons elke ochtend wekt met haar gezang heeft echt drie kussens op haar hoofd en het internetcafé is 24/7 open..

Wat wij hier doen? Nou, wij leven hier.. Over een paar dagen gaan we op vakantie haha.. Chillen op de Gili Islands.. Aanradertje voor Google Afbeeldingen.. Maar zo ver is het nog niet.. Voorlopig vliegen we op onze scootertjes door de overweldigende omgeving hier.. We gaan naar watervallen en ervaren de brute kracht van de natuur.. We zwemmen in een cold spring, pikken een motorrace mee en we gaan twee keer per dag uitgebreid uit eten voor een tientje.. Voor vier personen welteverstaan..

Hier buiten bij het internetcafé is het onder een rieten dakje goed toeven.. Met een watertje d’r bij pakken we even een rustpunt op weg naar de grote voetbalwedstrijd van vanavond.. De Europeanen tegen de Balinese jongens.. Vreemd idee, dat je ineens Europeaan bent.. Leuk ook wel.. Ik zou nog kunnen vertellen over ons kleine katje Snotneus, over onze scooters die 120 schijnen te kunnen of over onze villa, maar dat gaan we niet doen.. Ik kan al tot vijf tellen dus ik zeg, satu, dua, tiga, empat, lima! Tot later!

Dit verhaal verscheen eerder op Hyves op 26 april 2010.

Sven Kramer

Bij elke Olympische Spelen is er een moment dat je bij blijft.. Jarenlang.. Zo zijn er de tranen van de Japanse skispringer Harada in Nagano.. Of de Australische shorttracker Bradbury die in Salt Lake City goud won doordat al zijn concurrenten vielen.. De Spelen van Vancouver blijven niet achter.. Zij gaan de geschiedenis in met ‘de foute wissel van Sven Kramer’..

Al zijn races over 10000 meter in de afgelopen jaren.. Ronden lang genieten en dan dat lijstje.. Die einduitslag.. Met zijn naam bovenaan.. Bovenaan de eerste pagina.. Er was ook een tweede pagina.. Die deed er niet eens toe.. Nooit niet.. Vandaag keek ik voor het eerst naar de tweede pagina.. Helemaal onderaan.. Sven Kramer.. DSQ.. Het stond er echt..

‘De foute wissel van Sven Kramer’.. Het zou een bestseller kunnen worden in de Nederlandse boekhandels.. Een foute wissel met een verhaal.. Kemkers wees Kramer naar binnen.. Maar Kramer moest naar buiten.. Een fout van de coach.. ‘Als een voetbalcoach die het veld in rent en de bal in eigen goal schiet’, zo zei Bart Veldkamp.. Maar toch, een menselijke fout..

Sven Kramer won vanavond geen gouden medaille.. Hij was de beste.. Dat wel.. Maar hij zat in een team.. Het team Kemkers – Kramer.. Een team dat jarenlang grote successen binnen sleepte.. Nu, op het moment dat de allergrootste vis moest worden binnengehaald maakte één schakel binnen het team een fout.. Een cruciale fout.. Een fout waar heel Nederland morgen over praat.. En overmorgen ook nog wel..

De reactie van Sven Kramer was er één van onmacht, ongeloof en woede tegelijk.. Toch bewaarde hij zijn rust.. Een kleine gouden medaille waardig.. Hij toonde zich een groot sportman.. Een groot sportman op een gedenkwaardige avond.. Een avond die ons niet het gehoopte goud bracht, maar eentje die we ons nog lang zullen heugen..

Dit verhaal verscheen eerder op Hyves op 24 februari 2010.

Mijn leven

Vandaag kwam er een einde aan mijn leven.. Ik was een van de oudste in mijn soort.. Op 13 december 1976 zag ik het levenslicht.. Ergens aan de rand van Hengelo.. En nu is het voorbij.. Na dik 32 jaar blijft er zo niets van mij over.. Ik ga straks tot moes, tot brandhout..

Het begon lang geleden.. Ik had geen enkele keus en werd in een huis aan de rand van een klein Achterhoeks dorp geplaatst.. Niemand die mij vroeg wat ik er van vond.. Ik kreeg direct kleren.. Dat wel.. Groene kleren.. Jarenlang moest ik zo door het leven.. Hoe ouder ik werd, hoe verder mijn voorkomen uit de mode raakte.. Nooit iemand die er wat aan deed..

Ik zag Oranje kampioen worden in 1988.. Ik zag jonge kinderen opgroeien in huis.. Ik maakte hier mooie dingen mee.. Toch moest ik vooral heel hard werken.. Iedere avond hielp ik mee met de afwas en als het even kon moest ik ook helpen met het eten.. Nooit kreeg ik er iets voor terug.. Ook al werd ik maar ouder en ouder en ouder..

Al tijden werd er over mij gepraat.. Ik moest het huis uit.. Ook mijn medebewoners zagen in dat ik te oud was geworden.. Toch duurde het langer dan verwacht.. Ik heb het nog een paar jaartjes uitgehouden.. Het laatste hoogtepunt van mijn leven was het WK wielrennen in Mendrisio.. Ik vond het maar niks, dat fietsen, maar die jongens in huis waren d’r gek op..

Vandaag hebben ze mij d’r uit gewerkt.. Nu sta ik hier buiten te wachten.. Ik wacht op wat er verder gaat gebeuren.. Ik heb niet het idee dat iemand mij zal missen.. Nooit is er veel aandacht aan mij besteed.. Om maar een voorbeeld te noemen, voor het eerst in mijn leven ben ik vandaag buiten.. Nooit eerder heb ik de buitenlucht geroken.. Maar ach, ik was ook maar een keuken..

Dit verhaal verscheen eerder op Hyves op 28 september 2009.

‘Over de rooie’

Het is kermis in Hengelo. Op zichzelf stelt dat niet veel meer voor dan een hoop gezelligheid met de nodige alcoholische consumptie maar daar denkt het selecte groepje exploitanten dát er staat natuurlijk anders over. Zo zijn de botsauto’s zelfs in een klein dorp als Hengelo big business waarbij je als je niet op let zo 2 klinkende euro’s kwijt bent voor een ritje van nog geen minuut. Maar ik wil het even hebben over de beste handel op deze kermis. Het is als Utrecht, het ligt centraal, en of je wilt of niet, je komt er langs, en of je wilt of niet, je doet er aan mee! Het is een verdomd simpele uitvinding, het zogenaamde kikkerslaan.

Je krijgt een aantal plastic kikkers die je omgekeerd op een soort plateau plaatst waarna je met een rubber hamer een flinke ram geeft op een stukje rubber waardoor een hefboomconstructie in werking wordt gezet en de kikker richting het midden van de attractie vliegt. In het midden van die attractie bevindt zich een soort waterbak. In die waterbak draaien een soort bakjes rond, en het is dus de bedoeling om die plastic kikker in één van die bakjes te krijgen. Als je het écht goed wilt doen, en mee wilt doen om de grote prijzen, moet je het voor elkaar zien te krijgen om hem in ‘de rooie’ te slaan. Vroeger was dat onmogelijk en keken we op tegen de mensen die met die grote knuffels naar huis gingen. Tegenwoordig is het anders.

Woensdag, op de training, of generale repetitie, of gewoon de eerste dag van de kermis, hoe je het noemen wilt, was er twee keer een plastic kikker zo welwillig om in het rode bakje te vliegen. Ik mocht uit de grote beren kiezen. Maar het gaat om vrijdag. Toen kwam de echte kracht van het idee kikkerslaan in mij naar boven. Waarom draait die tent zo goed? Ik zal het uitleggen. Voor 5 euro krijg je 16 kikkers. Je kunt er ook 8 kopen voor 3 euro, maar als je dat doet ben je natuurlijk dom, want dat is duurder! Ik denk even zoals meneer de exploitant denkt. Ik had dus vanzelfsprekend, zo dom als ik ben, 16 kikkers.

Ik begon te slaan en het liep niet zo lekker. Het ritme ontbrak, ik was alleen en de kikkers vlogen alle kanten op. Na een tijdje begon het wat te lopen en de vluchten die de kikkers maakten eindigden bijna op de goede plek, in het rode bakje. Ik had er weinig vertrouwen meer in en deed daarom mijn standaard schooier actie bij de inmiddels vertrouwde medewerker Remco. Daarom kreeg ik een 17e kikker gratis en ik beloofde hem dat deze in de rooie zou gaan. Kikker nummer 15 en 16 gingen jammerlijk de mist in. Maar daar was kikker 17 nog. Kikker 17 die eigenlijk geen deel uitmaakte van het concept dat deze exploitant zoveel geld oplevert. Maar toch, ook al had ik hem gekregen, deze kikker betekende veel.

Ik plaatste de kikker vol gevoel op het plateau en maakte mij klaar voor de klap die mij heldendom moest opleveren. Voor even dan, en vooral voor mezelf. Ik hield me vast aan de staander van een partytent, aangezien de nodige alcoholische consumptie het stevig staan enigszins belemmerde. Maar toen gebeurde het! Ik sloeg, en ik heb de vlucht niet eens gezien, maar dat moet, zelfs voor een plastic kikker, geweldig zijn geweest! Toen ik mijn ogen opende zag ik een plastic kikker, in een rood bakje, ronddraaiend boven een waterbak, op een kermis in mijn eigen kleine dorpje.

Ik was zo blij als een klein kind, koos een verschrikkelijk lelijke knuffel uit en heb voor mezelf een ereronde door het dorp gemaakt. Iedereen sliep maar het ging om het idee. Hoe blij ik ook was, en hoeveel lol ik ook had, meneer de exploitant had nog veel meer lol. Hulde voor de man die dit bedacht. Een gat in de markt waar menig kermisganger in trapt, omdat het zo leuk is!

Dit verhaal verscheen eerder op Hyves op 12 juli 2008.