Maandelijks archief: juni 2015

Dreamfields

Bas heet hij. Die naam staat getatoeëerd op zijn borstkas. Zijn bovenlichaam is ontbloot. Zoals vele mannelijke lijven dat hier zijn. Ook veel vrouwen hebben heel wat minder aan dan in hun dagelijks leven. Op het Dreamfields Festival bij recreatieplas Rhederlaag in Lathum kijkt niemand daar deze zaterdagmiddag raar van op. Het past bij de sfeer. En bij de muziek. Die is vooral hard. Hier geen bands. En ook geen zangers. Maar DJ’s. Van de beste soort. In de hardstyle. In de house. En in de electro. Van de Bassjackers tot de Roughstate Showcase. Je moet er van houden.

Bas doet dat. Hij staat op het strandje aan de zijkant van het feestterrein. De klanken vanaf het hardstyle-podium dreunen ook hier door. Maar de bankjes op het strandje bieden de mogelijkheid om even bij te komen. Uitrusten, dat is voor Bas niet nodig. Die gaat gewoon door. Zijn shirt bungelt om de riem in zijn broek. Zijn sportschoenen raken één voor één het zand. Mensen kijken vanaf de bankjes toe. Een meisje filmt Bas. Die heeft niets in de gaten. Hij gaat op in wat hij hoort. De verantwoordelijke DJ heet Frontliner. Voor Bas duidelijk geen onbekende. Hij kent elke toon.

Dat doen veel van de 25.000 bezoekers die hier staan. 25.000 mensen. Dat zijn twee volle stadions van De Graafschap. Of één vol Gelredome. Verdeeld over vijf podia. De muziek gaat van hard naar heel hard. Kenners vertellen dat het nog veel harder kan. Een enkeling heeft er echt verstand van. Die vertelt dat de DJ die daar in een wit t-shirt in de zogenaamde raw-tent het publiek helemaal gek staat te maken, pas 19 jaar is. En één van de allergrootste talenten op dit moment. De leek neemt het voor kennisgeving aan. De liefhebber raakt er razend enthousiast van. En springt weer verder.

Een festival als dit is niet te vergelijken met een Zwarte Cross of een Lowlands. Zoals die ook onderling weer enorm van elkaar verschillen. Het zijn de bekende appels en de peren. Natuurlijk, de sfeer op zo’n festival is fantastisch. Mensen zijn blij. En aardig. Maar die muziekstijlen, het zijn verschillende takken van sport. Een mens kan zich in meerdere sporten bekwamen. Maar voor elke muziek heb je een bepaald gen nodig. Zoals een meisje dat opspringt als Frontliner een bepaalde set start. Zo’n meisje schat deze muziek op waarde. Dan kun je erin opgaan. Net zoals Bas.

Hij heet geen Bas. Hij heet Bob. Bas, dat is zijn overleden broer. Die was hier ongetwijfeld graag bij geweest. En door de tatoeage op de borstkas van zijn broertje is hij dat toch een beetje. Het loopt tegen elf uur in de avond. De eindshow van dit festival nadert met rasse schreden. ‘Kom op!’, roept Bob. ‘Nog een uurtje!’ Hij springt door de raw-tent. Zijn energie slaat over op de omstanders. Velen doen met hem mee. En bij de rest tovert Bob toch minstens een glimlach op het gezicht. Al is het maar omdat het prachtig is om iemand zo te zien genieten van het leven.

Het hoogtepunt is de eindshow. Om twaalf uur. Daar is iedereen het over eens. Vroeg naar huis gaan is hier een doodzonde. De muziek bouwt zich op naar een climax. De lichtshow gaat op standje maximaal. Lichtbundels schieten over de mensenmassa. In groen. In blauw. In rood. En dan het vuurwerk. Eerst bij het hardstyle-podium. En meteen daarna vanaf de mainstage aan de andere kant. Tegelijkertijd schieten de palmbomen vanaf het water de lucht in. Alle 25.000 bezoekers op het terrein genieten. En ook in de wijde omtrek moet het te zien zijn. Misschien zelfs voor Bas.

Schoolreisje

Het is iets voor vijf uur in de ochtend. In vertrekhal 3 van de luchthaven Schiphol staan wat jongetjes te voetballen. Ik ken ze niet. Net zoals ik de kinderen die eromheen staan niet ken. Maar het is wel mijn reisgezelschap voor de komende vier dagen. Zij gaan naar Turkije. Op schoolreisje. Met Corendon. Met War Child. En met Laura van Kaam. Omdat de winnares van The Voice Kids 2013 uit Dinxperlo komt, mag er ook een journalist uit de Achterhoek mee. Zo kan het gebeuren dat ik op een woensdagochtend plaatsneem in een vliegtuig richting de Turkse badplaats Antalya.

Stoel 27C is de mijne. Ik zit naast Pim. Hij vertelt dat het nog niet zo zeker was of hij wel mee mocht. Waar zijn hele klas geld inzamelde voor War Child deed Pim helemaal niets. Het was een idee van Marianne. Maar Pim vond het maar onzin. Toch zit hij hier. Zijn medeleerlingen besloten dat hij mee mocht. Nu zit de hele klas in dit vliegtuig. 21 leerlingen. Ook Melvin. Die vliegt voor het eerst. “Nu wordt het leuk, Melvin”, zegt Pim. Het vliegtuig geeft gas. We stijgen op. De ochtendzon geeft Amsterdam een warme aanblik. Een paar uur later is het pas echt warm. Antalya. 37 graden.

We verblijven in een groot resort. All inclusive. Meer dan achthonderd hotelkamers. Zwembaden. Glijbanen. En overal waar je kijkt is eten. Veel eten. En veel drinken. Wij beginnen met de lunch. Dani laadt zijn bord vol met chocoladetaartjes. Gewoon omdat het kan. De juffrouw kijkt verbouwereerd toe. “Eet je straks ook wat gezonds, Dani?” Hij belooft het. Een klein Russisch kind loopt langs. Op zijn bord ligt een stapel van schijven meloen. Zo hoog dat het jochie er amper overheen kan kijken. Papa en mama liggen aan het zwembad. Net zoals gisteren. En eergisteren. En de rest van deze vakantie.

Na de lunch start het programma. De organisatie verdeelt de klas in vier teams. De Frikandellen Speciaal. De Natte Snavels. De Augurken. En de Coole Pinguins. Een competitie is geboren. Het gaat vanaf nu om punten. Punten scoren kan op allerlei manieren. Van de deur voor iemand open houden tot de tofste act uitvoeren op de bonte avond. Maar deze reis heeft ook een serieus randje. De kinderen bekijken een filmpje met daarin voor de oorlog gevluchte leeftijdsgenoten in Libanon. Daarnet riep Dani nog heel hard waar je op het park het lekkerste ijs kon halen. Nu is hij muisstil.

De klas schrijft brieven aan de twee jongens in het filmpje. Karim en Ahmad. Pim leest zijn brief voor. Het is één van de mooiste van allemaal. Hij schrijft dat Karim en Ahmad goed kunnen voetballen. En dat hij hoopt dat ze dat snel weer in vrede kunnen doen. In een veilige omgeving. Zijn wat nonchalante houding is in een mum van tijd compleet verdwenen. De klas applaudisseert. Meisjes kijken elkaar aan. Dit is toch de Pim die niet mee wilde doen? Het maakt niet meer uit. Deze reis brengt deze klas samen. Iedereen is gelijk. Aan het eind van de dag maken we een cirkel. We bedanken elkaar.

De volgende ochtend gaan we met een piratenboot de Middellandse Zee op. Er komt een verrassing aan! Dani heeft die al door. Hij staat te wachten onder wat even later een kanon blijkt te zijn. Dat overlaadt de kinderen met grote witte schuimkoppen. Een frisse duik in zee maakt hen weer herkenbaar. Daarna volgt een kleine workshop van de meereizende journalisten. De vijf W’s en de H? De kinderen hebben ze razendsnel op een rijtje. Ze komen goed van pas in de interviews. Met iemand die een oorlogskind speelt bijvoorbeeld. Mijn groepje interviewt Laura van Kaam. De echte.

Aan het eind van de dag zingt Laura. De stem van de jonge Dinxperlose neemt bezit van het park. Hotelgasten stellen hun diner even uit. Nederlanders. Maar ook Turkse gasten. Ze verstaan geen woord van het nummer Speeltuin van Marco Borsato. Maar het gevoel waarmee Laura het liedje ten gehore brengt, komt ook bij hen binnen. Hier en daar rolt er een traan over een meisjeswang. De jongens die voetbalden in de vertrekhal, zingen nu mee. Om hun schouders hangen voetbalshirts. Van Chelsea. FC Barcelona. En Liverpool. Gekocht in één van de vele winkeltjes hier in de buurt. Ze gaan in de koffer mee naar huis. Samen met een lading aan bijzondere herinneringen.

Ik heb in mijn leven heel wat toffe schoolreisjes meegemaakt. Op de basisschool. Broodjes bakken op De Spelerij in Dieren. Of jaren later toen we naar de grotere pretparken gingen. Met natte kleren de bus in. Verrast door de wildwaterbaan. En dan onder de banken liggen als we de Schoolstraat weer in reden. Ook het reisje naar Ibiza was groots. Dat was mijn eerste keer vliegen. Maar de reis waarbij Melvin voor het eerst vloog, had een extra lading. Hem zal deze reis bijblijven. Net zoals zijn hele klas deze reis zal bijblijven. En ook ik zal deze reis onthouden.

Allemaal leerden we deze dagen dat elk kind telt. Ook Karim. En ook Ahmad. Het verblijf in Antalya eindigt zoals elke dag dat deed. In een cirkel. Iedereen mag wat zeggen. Er klinken woorden als samen, plezier, dank en indrukwekkend. Dan is er een groepsknuffel. Tranen vloeien. Ze dalen neer in een grasveldje. Ergens bloeit de hoop. Morgen zal het vrede zijn. En oja: de Coole Pinguins hebben de meeste punten. Het team van Dani. Die trekt een sprint, dwars door de lobby, en jumpt het zwembad in. Hotelgasten kijken verbijsterd toe. Deze schoolklas is nog lang niet vergeten.

Open brief aan de telefoon met draaischijf

Geachte telefoon met draaischijf,

Onze vriendschap is wat verwaterd. Of eigenlijk is dat nog een understatement. Want onze vriendschap is totaal verdwenen. En dat terwijl we vroeger onafscheidelijk waren. Ik had geen idee hoe je precies werkte. Maar ik wist precies hoe ik je kon vertellen dat ik met oma wilde praten. Zes keer draaien. Zes cijfers. Want oma woonde in de buurt. Zes keer dat geluidje. Rrrrrrrrrrrring! De hoorn naar het oor. En daar ging het heen. Maar de goede band die we hadden, verdween als sneeuw voor de zon. Opeens. Alsof hij er nooit geweest was.

Toen kwam er een telefoon met toetsen. Dat was gemakkelijk. Het ging sneller dan dat draaien. Maar het indrukken van die toetsen dat was ook al snel saai. Ik wilde jou terug. Dat kon niet. Jij was weg. Jij stond ergens in de laadbak van een shovel. Op een vuilstort. Je laatste minuten af te tellen. Misschien heeft er nog heel snel iemand gedraaid. De 0. De 6. En dan twee keer de 1. Noodgeval! Maar het was te laat. Er was geen redden meer aan. Jouw tijd was voorbij. En daar moesten wij maar mee leren leven.

Na de telefoon met toetsen kwam de mobiele telefoon. Die had nog steeds toetsen. Maar deze telefoon kon je ook meenemen. Waar je maar naartoe wilde. Naar school. Naar je werk. Op vakantie. Jou niet. Ja, jou kon je meenemen naar de andere kant van de woonkamer. Als je geluk had. Maar dat was het dan ook. En op de mobiele telefoon kon je spelletjes spelen. Eén spelletje vooral. Snake. Totdat het schermpje vol was. Op jou kon je geen spelletjes. Behalve tien keer achter elkaar de 9 draaien. Maar dan gebeurde er niets.

Zelfs de Nokia 3310 raakte ouderwets. Toen was er de smartphone. Zonder toetsen. En ook zonder draaischijf. Gewoon zonder iets. Alleen met een aaibaar scherm. En je kon er mee op internet. Ja, internet. Daar heb je natuurlijk nog nooit van gehoord. Jij was al ouderwets in de tijd dat wij een inbelverbinding zaten te maken. Met dat inbelgeluid dat zo snerpend was dat iedereen in de straat het kon horen. En ondertussen kon de gewone telefoon niks doen. De lijn was bezet. Dus die had dan pauze. Dat kenden ze in jouw tijd niet, pauze. Jij werkte altijd.

En dan de apps. Die kende jij ook niet. Op jou kon je geen snoepjes kapot maken,  geen weet krijgen van de verwachte neerslag, geen woordjes leggen, geen sportactiviteiten bijhouden, geen wekker zetten, geen winkelacties delen en geen idee krijgen van hoe laat de trein ging. Van jou wist ook niemand hoeveel energie jij nog over had. Want jij lag standaard aan de stroom. Dus we gingen er standaard vanuit dat jij het deed. Daar hadden we geen app voor nodig. En met jou kon je bellen. En dat was meer dan genoeg.

Ik schrijf je deze brief eigenlijk omdat ik je iets wil vertellen. Want al die moderne apparatuur is leuk, maar het spreekt onderhand niet meer tot de verbeelding. De tijd dat je indruk maakte als je de nieuwste telefoon tevoorschijn haalde, die is voorbij. Iedereen kent alles. Iedereen heeft alles. En je moet als gadget wel van heel goede huize komen om in deze tijd een wow-effect te veroorzaken. Net zoals vakantiebestemmingen tegenwoordig minder indruk maken. Frankrijk is de nieuwe Veluwe. En Aruba is het nieuwe Texel.

Wat tot de verbeelding spreekt, dat is wat er niet meer is. Zoals jij, telefoon met draaischijf. Jij maakt indruk. Als de huidige generatie jongeren hun kinderen over tien jaar vertelt over wat er allemaal was, dan gaat het over jou. Dat wij met jou belden. Dat wij als kind de vinger op het goede nummer drukten en draaiden totdat we Rrrrrrrrrrrring! hoorden. En dat je dan kon praten. Met oma. Of met wie dan ook. En ik weet nu pas hoe je eigenlijk werkte. Met kogeltjes. Het is hoog tijd voor een reünie. We moeten snel eens bellen.

Met vriendelijke groet,

Luuk